SCHIPHOL - Op vrijdag 22 september 2023 vond bij de rechtbank op Schiphol wederom een pro formazitting plaats in de strafrechtelijke onderzoeken naar acht gewapende overvallen in West-Friesland. Tijdens deze zitting zijn de resultaten van de onderzoekswensen besproken. Ook heeft de officier van justitie toegelicht waarom het OM vindt dat deze verdachten vast moeten (blijven) zitten.


Overvallenbende

De zes verdachten die vandaag op zitting stonden maken naar de overtuiging van het OM deel uit van een overvallenbende, bestaand uit vier kernleden en twee gelegenheidsdaders. Zij hebben volgens het OM in de jaren 2020 en 2021 in wisselende samenstelling acht overvallen gepleegd, waarbij zeer excessief geweld is gebruikt. Het OM verdenkt vier van de zes verdachten daarnaast van deelname aan een criminele organisatie, die tot doel had het plegen van gewapende overvallen. De professionaliteit van hun criminele handelen blijkt uit de mate van organisatie en coördinatie die werd gehanteerd bij de gewelddadige berovingen, zoals voorverkenningen, een vluchtauto en het wapenarsenaal waarover ze beschikten.

Zeer ernstige feiten

Ook vandaag heeft het OM zich op het standpunt gesteld dat de verdachten vast moeten blijven zitten. In de eerste plaats vanwege de grote kans op herhaling als zij vrij zouden komen, maar daarnaast ook vanwege de ernst en impact van de geweldsdelicten: in het holst van de nacht zijn slachtoffers in hun eigen huis overvallen, bedreigd met wapens, ernstig mishandeld, vastgebonden en beroofd. Bij de woningoverval in Berkhout zelfs met fatale afloop. De impact op de slachtoffers en nabestaanden is zeer groot. Tot slot dragen (recente) getuigenverhoren bij aan het standpunt van het OM dat de verdachten vast moeten blijven zitten.

Onderzoekswensen

De advocaten van de verdachten hebben tijdens de regiezitting van 21 april jl. onderzoekswensen geformuleerd. Het meest opvallend was een verzoek om reconstructie in onderzoek Ararat, de fatale woningoverval in Berkhout. De advocaten van de 29-jarige verdachte uit Alkmaar wilde daarmee een alternatief scenario aantonen, namelijk dat verdachte niet meer op de plaats delict was toen het fatale schot werd gelost (de zogeheten ‘vrijwillige terugtred’). Het OM ondersteunde dit op voorhand niet. Aan deze verdachte is immers gedurende het opsporingsonderzoek meerdere keren gelegenheid geboden naar de plaats delict te gaan. De verdachte heeft hiervan nooit gebruik willen maken, maar heeft gewacht tot de slotfase van het onderzoek, na ontvangst van het einddossier, waarna de reconstructie onder regie van de rechtbank is gehonoreerd.

Uitkomst reconstructie

Het alternatieve scenario is niet duidelijk geworden: de verdachte heeft niet meegewerkt aan de reconstructie. Op 29 augustus jl., de dag van de reconstructie, wilde de verdachte eerst niet vervoerd worden, wenste hij daarna geen enkelband om, weigerde hij vervolgens plaatsing van een batterij in de enkelband, weigerde hij het wisselen van schoeisel, en wilde hij – eenmaal op de plaats van bestemming – niet uit de auto komen. Overredingsgesprekken door o.a. de politie en de rechter konden niet bewerkstelligen dat verdachte heeft meegewerkt aan de door hemzélf gevraagde reconstructie.

Kritische noot

De politie is twee maanden bezig geweest met het treffen van veiligheidsmaatregelen om de reconstructie goed te laten verlopen: een groot gebied was afgezet, bewoners waren tevoren geïnformeerd, de huidige bewoners hebben ingestemd, er was een pers-vak ingericht en er is een buslijn omgeleid. Ook is gebruik gemaakt van videowagens, een drone, hondengeleiders en extra handhavingscapaciteit. De officier van justitie ter zitting: ‘’Alle betrokkenen die vanuit de opsporing hieraan hebben meegewerkt zijn teleurgesteld over deze uitkomst. Nog afgezien van de enorme maatschappelijke kosten die gepaard gaan met een reconstructie van dit formaat, was dit een gênante vertoning en een klap in het gezicht van iedereen die die avond in Berkhout stond om de visualisering van dit door de verdediging geschetste scenario te faciliteren.’’

De eerstvolgende niet-inhoudelijke zitting is op 18 december bij de rechtbank op Schiphol. De inhoudelijke behandeling vindt naar verwachting plaats in maart 2024.